Naam | Sara Koopman-Mok | ![]() NIW 8 augustus 1924 (bron: Delpher). Zaans Volksblad 8 augustus 1939 (bron: Delpher). |
Geboren | 6 augustus 1875 te Amsterdam | |
Gedeporteerd | 9 april 1943 naar Vught, vandaar via Westerbork op 8 juni 1943 naar Sobibor | |
Vermoord | 11 juni 1943 te Sobibor | |
Adres | Landweringstraat 15, Sittard | |
Familie | dochter van wijlen Abraham Mok en van Elisabeth Kopuit; echtgenote van Benjamin Koopman; moeder van Rozette Wolff-Koopman, Abraham, Jacob, Aaron en Elisabeth Koopman | |
Achtergrond | Sara trouwde in augustus 1899 te Amsterdam met kantoorbediende en ambtenaar Benjamin. Ze kregen vijf kinderen: Rozette, Abraham, Jacob, en de tweeling Aaron en Elisabeth. Na zijn pensionering verhuisden Benjamin en Sara met hun dochter Lies en dier dochtertje Sara in april 1935 naar Sittard, waar zij zich vestigden op Kruisstraat 8 in Ophoven (thans Pastoor Jacobsstraat). Dat was om de hoek bij hun oudste dochter Ro. Vanaf mei 1936 hadden ze meestal een dienstbode inwonen voor een half of een heel jaar. Van juli 1940 tot januari 1942 was dit waarschijnlijk een zus van dienstbode van dochter Ro. Die moest toen vertrekken omdat joden geen niet-joods personeel meer mochten hebben. In november 1942 werden Elisabeth Koopman en haar dochtertje gedeporteerd. Benjamin en Sara gingen in februari 1943 op de Landweringstraat wonen bij het gezin van Rozette. Schoonzoon Herman Wolff had een 'Sperre' vanwege zijn werk voor de Joodse Raad in Sittard. Toen in april 1943 de laatste joden uit Limburg gedeporteerd werden, verviel ook die "Sperre". Het hele gezin Wolff-Koopman en de huisgenoten (buiten de halfjoodse dienstmeid) werden naar kamp Vught overgebracht. Van daaruit werden Rozette en haar gezin via Westerbork naar Auschwitz gedeporteerd en haar ouders naar Sobibor. Ook de zonen Abraham en Jacob van Benjamin en Sara werden met hun gezinnen gedeporteerd en vermoord. Over zoon Aaron is niets bekend. | |
Link | ||
Literatuur | - | |
Motief vervolging | joodse afkomst
|