Saartje Rosenboom

Naam

Saartje Rosenboom

Vouerweg 27Het laatste officiële woonadres van Saartje was bij haar ouders op de Vouerweg, thans nr. 27 (foto: Google Streetview, 2017).

JacobDe vader van Saartje, Jacob Rosenboom. Van Saartje zijn nog geen foto's bekend.

Tot dusver de enige aanwijzing voor het lot van Saartje: een aantekening achterop de persoonskaart van haar vader.

 

Geboren

4 januari 1919 te Zevenaar

Onderduik

in 1943 ondergedoken

Omgekomen

28 oktober 1943 te Heerlen

Adres

Vouerweg 5 (nu 27), Sittard

Familie

dochter van Jacob Rosenboom en Vrouwtje Wolf; zus van Herman Abraham, Josina Rebekka en Levie Rosenboom; nicht van Maurits Levie en Hermonius Wolf

Achtergrond

Het gezin Rosenboom-Wolf woonde vanaf 1933 te Sittard en van 1936 tot 1938 in Geleen. Een Abraham Rosenbaum/Rosenboom was begin negentiende eeuw vanuit Duitsland naar Nederland gekomen en had zich als koopman in Zevenaar gevestigd. Zijn kleinzoon, eveneens Abraham geheten, trouwde in 1895 met Josina Wolf uit Lith (bij Oss). Hieruit werd in 1896 te Zevenaar zoon Jacob Rosenboom geboren.

Jacob trouwde in 1918 met zijn nicht Vrouwtje Wolf uit Lith, eveneens geboren in 1896. Te Zevenaar kwamen in 1919 dochter Saartje en in 1920 zoon Herman Abraham ter wereld, vervolgens te Didam in 1922 dochter Josina Rebekka en in 1923 zoon Levie Rosenboom. In 1922 overleed Jacobs moeder, waarna zijn vader hertrouwde.

De Rosenbooms waren traditioneel koopman van beroep, maar Jacob, evenals zijn oom Nathan Rosenboom, ging op zeker moment in Zuid-Limburg in de mijnen werken. Het echtpaar en hun vier kinderen woonden in 1929 te Hoensbroek, daarna in Brunssum en vanaf mei 1933 in Sittard. Jacob was toen houwer van beroep. In oktober 1936 verhuisden ze naar Geleen en gingen wonen op Ringovenstraat 6-a, later Romaniestraat 18. Jacob werkte in Geleen bij de staatsmijn Maurits. Het gezin verhuisde in november 1938 weer naar Sittard, op Vouerweg 5. Dochter Saartje was werkzaam als hulp in de huishouding en woonde van november 1938 tot juli 1940 de meeste tijd in Amsterdam, en in 1941-1942 in Arnhem. Ten tijde van de Duitse inval verbleven ook Vrouwtje Rosenboom-Wolf en dochter Josina enkele maanden in Amsterdam. Saartje keerde in maart 1942 terug naar Sittard.

Jacob was op 1 april 1941 ontslagen bij de mijn Maurits ingevolge ‘de Jodenverordening van de Rijkscommissaris’. Vervolgens werd hij door de Duitse bezetter tewerkgesteld op de mijn Julia, waar hij heeft gewerkt tot 12 april 1943. Op 13 april 1943 is Jacob met zijn gezin ondergedoken te Hoensbroek ‘ter voorkoming gedeporteerd te worden’ (brief van Jacob Rosenboom d.d. 6 augustus 1947). Op 18 september 1944 werd het gezin te Hoensbroek bevrijd, maar zonder dochter Saartje. Wat er gebeurd is met Saartje is onbekend, maar zij overleed te Heerlen op 28 oktober 1943, 24 jaar oud.

De rest van het gezin doorstond de oorlog. Buiten het verlies van Saartje waren er meer slachtoffers te betreuren in de familie. Vanuit Sittard waren in 1942 Vrouwtjes broer Herman Wolf met zijn vrouw en hun twee zoons gedeporteerd en in Auschwitz vergast, en Jacobs zus Regina Koppel-Rosenboom, een jonge weduwe, was samen met haar dochtertje in Sobibor vermoord. Jacobs vader was in januari 1943 te Zevenaar overleden op 74-jarige leeftijd; Jacobs stiefmoeder overleed in 1955.

De vijf overlevende gezinsleden keerden na de bevrijding in 1945 terug op de Vouerweg in Sittard. Niet veel later woonden ze op Resedastraat 45. Jacob vroeg na de bevrijding een uitkering voor oorlogsslachtoffers aan, maar die werd afgewezen omdat het gezin tijdens de onderduikperiode hulp had gehad van de illegaliteit om te voorzien in de eerste levensbehoeften. Vanaf 18 september 1944 had Jacob Rosenboom zich weer kunnen melden bij de Maurits voor werkzaamheden, was de gedachte. Overigens heeft Staatsmijn Maurits hem wel een kleine uitkering betaald wegens loonderving in de periode direct na de bevrijding.

Jacob werkte na de oorlog enige tijd bij de mijn Julia in Eygelshoven, maar stopte blijkbaar toen ze in 1948 naar Eindhoven verhuisden. Een jaar later kwamen ze toch weer terug naar Sittard en gingen wonen op Akkerstraat 16 (later omgenummerd naar 11).

De zonen gingen nu uit huis en trouwden binnen enkele jaren. Herman Abraham werd tekenaar bij het SBB. Hij trouwde in 1952 met Lena Offenbach en vertrok in 1959 met haar naar Amsterdam. Hij overleed in 2015.

Josina Rebekka was winkeljuffrouw tot haar huwelijk in 1953 met de gescheiden Amsterdamse kleermaker Tobias Lavino. Ze vertrok toen naar Amsterdam. Zij kregen twee kinderen. Josina overleed in 2009.

Levie Rosenboom werd mijnwerker en trouwde in 1950 met Neeltje Groot. Ze kregen twee kinderen in Sittard en verhuisden in 1957 naar Boxtel. Levie overleed in 2003 te Boxtel.

Nadat Jacob en Vrouwtje in 1958 nog in Sittard hun veertigjarig huwelijksfeest hadden gevierd, volgden ze in november 1959 hun dochter en oudste zoon naar Amsterdam, waar Jacob overleed in 1968 en Vrouwtje in 1980.

Link

Nog niet vermeld op Digitaal Monument

Literatuur

De vergeten joden van Geleen 1920-1950

Motief vervolging

joodse afkomst