Naam | Philip Silbernberg | Philip Silbernberg
|
Geboren | 5 november 1902 te Sittard | |
Gedeporteerd | 6 maart 1944 verraden tijdens onderduik in Heerlen en gearresteerd; op 23 maart uit Westerbork gedeporteerd naar Auschwitz | |
Vermoord | 31 augustus 1944 in Midden-Europa (fictieve datum) | |
Adres | Engelenkampstraat 27 (nu 73), Sittard | |
Familie | zoon van wijlen Herman Silbernberg en van Rosalia Schwarz; broer van Esther van Dam-Silbernberg, Else Wijnperle-Silbernberg en Ies Silbernberg; echtgenoot van Jenetta van der Stam; vader van Roosje en Herman Silbernberg | |
Achtergrond | Philip werd geboren in Ophoven-Sittard. Zijn vader had sinds 1890 op de Brandstraat een winkel in manufacturen en koloniale waren, later ook herenmode. Zijn ouders verhuisden naar de Begijnenhofstraat, waar vader in 1934 overleed. Philip en Ies namen de zaak in 1929 over. In augustus 1942 ontkwamen de Silbernbergs aan de eerste grote deportatie-ronde in Limburg doordat Philip kort tevoren als medewerker van de Joodse Raad geregistreerd was. Desondanks besloten Philip en Jettie hun kinderen te laten onderduiken in Heerlen, en in oktober doken ook zijzelf onder. Philips broer in Geleen en zijn zussen in Amsterdam en Nieuwer-Amstel doken eveneens met hun gezinnen onder. Het echtpaar Schwarz-Wihl voelde zich daarvoor wellicht te oud, en verhuisde in november 1942 naar de Landweringstraat bij de familie Wolff-Koopman. Philip en zijn vrouw werden verraden en op hun onderduikadres in Heerlen opgepakt. De kinderen konden ontkomen en in België onderduiken. Zij werden na de oorlog opgevangen door Nathan en Else Wijnperle-Silbernberg. Zoon Herman zette later zijn jeugdherinneringen op papier in schrift en tekeningen, die in boekvorm zijn verschenen en in diverse exposities worden tentoongesteld. | |
Link | ||
Literatuur | Jochie... je moet er trots op zijn | |
Motief vervolging | joodse afkomst
|