Meijer Marcus van Praag

Naam

Meijer Marcus van Praag

Baandert 48Baandert 48 in augustus 2016 (bron: Google Streetview).

1937Advertentie in de Limburger Koerier van 7 september 1937 (bron: Delpher).

1938Advertentie in het Limburgsch Dagblad van 17 maart 1938 (bron: Delpher).

Sophia

 

Meijers jongste zus Sophia Broekman-van Praag in 1934; zij werd in september 1942 te Auschwitz vermoord (bron: Digitaal Monument).

 

Geboren

16 mei 1871 te Den Helder

Gedeporteerd

9 april 1943 naar Vught overgebracht, op 8 mei naar Westerbork en op 11 mei 1943 naar Sobibor gedeporteerd

Vermoord

14 mei 1943 te Sobibor

Adres

Baandert 22e (nu 48), Sittard

Familie

zoon van wijlen Marcus Meijer van Praag en Sara Juda Kool; broer van onder meer Dina, Gerrit, Jonas en Sophia van Praag; weduwnaar van Regina Sassen, echtgenoot van Aaltje Moses; vader van Sara, Eva, Dina, Marcus, Ester en Henrica van Praag; grootvader van onder meer Mietje en Meijer Voltijn, Ernst en Albert Salomon, Regina en Elza van Praag en Antoon Meijer Hurkmans

Achtergrond

Zoals de naam suggereert zal de stamvader van deze familie Van Praag uit Tsjechië stammen, maar de familie woonde al eind 18de eeuw in Amsterdam. Daar verdienden ze de kost als kruiers en later als kooplieden. De ouders van Meijer trouwden in 1870 te Amsterdam en vestigden zich vervolgens in Den Helder, waar zeven kinderen werden geboren.

Meijer was de oudste en vernoemd naar zijn opa. Hij werd venter en later koopman in antiquiteiten. Meijer nam in 1892 Regina Sassen uit Sittard tot bruid, een zus van onder meer Joseph en Isaak Sassen. (Een oom van Meijer was overigens Barend van Praag, die zich ook in Den Helder had gevestigd. Barend trouwde als weduwnaar in 1894 met de Sittardse Lisetta Silbernberg, een tante van Regina Sassen. )

Uit het huwelijk van Meijer en Regina werden twaalf kinderen geboren, waarvan er zes (de eerste vier en de laatste twee) jong zijn gestorven. Hun geboorteplaatsen laten zien dat het gezin vaak verhuisde: Amsterdam, Sittard, Den Helder, Wieringen, weer een aantal jaren Den Helder, dan Sittard, Maastricht en in 1911 Brussel. In 1919 kwam het gezin vanuit Amsterdam weer naar Sittard, waar ze in 3 jaar tijd op 4 verschillende adressen woonden. Meijer stond nu als antiquair ingeschreven. In 1922 verhuisden ze naar Maastricht en een jaar later naar Den Bosch en van daaruit naar Eindhoven.

De kinderen verlieten geleidelijk het ouderlijk huis. Eva trouwde in 1919 te Heerlen met Karl Salomon en verhuisde in 1920 naar Duitsland, waar twee zonen geboren werden; ze scheidde na ruim 7 jaar huwelijk en kreeg later nog twee buitenechtelijke dochters in Nederland. Sara trouwde in 1924 met sigarenmaker Louis Voltijn en kreeg twee kinderen in Den Bosch. De enige zoon Marcus Meijer zou (volgens een stamboom in Archief De Domijnen aanwezig) ook getrouwd zijn en twee kinderen hebben gekregen; verdere gegevens ontbreken. Ester trouwde in 1927 met Adrianus Hurkmans in Eindhoven en kreeg een zoon. Van de andere twee dochters is de levensloop nog onbekend.

Regina van Praag-Sassen overleed op 16 januari 1935 in Den Bosch, en twee jaar later op 27 januari 1937 hertrouwde Meijer op 65-jarige leeftijd. Zijn tweede vrouw Aaltje Moses, 66 jaar, stamde uit Zutphen en was gescheiden van Benjamin Gompers. Aaltje had een gehuwde zoon en was ook al grootmoeder.

In september 1937 vestigden Meijer en Aaltje zich te Sittard, op Paardestraat 19 (bij familie Vergoossen); aanvankelijk met Meijers 16-jarige kleinzoon Ernst Salomon maar die vertrok na een maand naar Den Helder. Meijer en Aaltje verhuisden (conform Meijers gewoonte) meermaals, naar de Rijksweg Zuid, de Gruizenstraat, de Engelenkampstraat en tenslotte in september 1939 naar Baandert 22e, waar ze de woning huurden bij de familie Geerlings. Meijer handelde in Sittard nog in antiquiteiten, getuige een reeks advertenties in de Limburgse kranten tussen september 1937 en april 1939.

Op 2 oktober 1942 werd de oudste dochter van Meijer, Sara Voltijn-van Praag met haar gezin opgepakt en gedeporteerd. De andere kinderen lijken de vervolging te hebben overleefd door onder te duiken of te vluchten, sommigen wellicht dankzij een gemengd huwelijk.

Zoals alle na de eerste deportaties overgebleven oudere Joden, kregen Meijer en Aaltje in maart 1943 het bericht dat ze zich voor 9 april naar Kamp Vught moesten begeven. Vanuit Vught werden ze een maand later via Westerbork naar Sobibor gedeporteerd en vergast. Twee broers en twee zussen van Meijer zijn eveneens vermoord in Sobibor en Auschwitz (de andere twee waren al voor de oorlog overleden). Van Aaltje zijn een broer en twee zussen vermoord.

De oudste dochter Sara is vermoord met haar man en kinderen. Ook de twee zonen van Eva zijn vermoord; Eva en haar dochters overleefden. Dina van Praag overleed in 1978 in Mechelen, Marcus in 1979 in Anderlecht en Ester in 1994 in Nuenen.

Link

Digitaal Monument

Literatuur

-

Motief vervolging

joodse afkomst