Louis Hertz

Naam

Louis Hertz

Limburger Koerier 30-7-1942
Limburger Koerier 30 juli 1942 (bron: Delpher)

Grootmoeder Sara met dochters en kleinzoon

De schoonmoeder van Louis, Sara Hartog-Monasch met links haar dochter Carry en kleinzoontje Hans; de vrouw rechts is mogelijk Gudula (bron: Stolpersteine Dordrecht)

Hertz 1940

Dhr. Hertz in 1940, vermoedelijk Louis (bron: glasnegatieven collectie Jos. Wilms)

Geboren

14 maart 1906 te Neuss (D)

Gedeporteerd

11 november 1942 opgepakt en naar Westerbork overgebracht; op 25 mei 1943 naar Sobibor gedeporteerd

Vermoord

28 mei 1943 te Sobibor

Adres

Putstraat 90, Sittard

Familie

zoon van Salli Hertz en Bertha Seligmann; broer van Siegfried en Jacob Jacques Hertz; echtgenoot van Gudula Rozette Hartog

Achtergrond

Vader Salli Hertz, geboortig van Beek maar al sinds 1890 te Sittard gevestigd, was paardenkoopman en later winkelier. Daarnaast was hij vanaf 1908 sjammes (koster) van de Sittardse synagoge. Hij trouwde in 1903 met Bertha Seligmann uit Neuss. In 1906 verhuisde het echtpaar samen met Salli’s vader, die weduwnaar was, en zijn broer Max naar Neuss, waar Louis werd geboren als eerste kind. Ze keerden terug naar Sittard en woonden nu op de Rijksweg en de Bergerweg, om zich uiteindelijk in de Putstraat te vestigen. Louis groeide hier op samen met zijn broers Frits (Siegfried, 1915) en Sjaak (Jacob Jacques, 1919). Vanaf 1916 had het gezin enige tijd dienstbodes in huis. Grootvader Abraham Hertz vertrok in 1911 naar Erkelenz (waar Max zich had gevestigd met zijn gezin) en overleed daar in 1926.

Louis werd winkelbediende, waarschijnlijk in de zaak van zijn vader, en verkoper van manufacturen; zijn broer Frits werd kleermaker en Sjaak verzekeringsagent. Toen de oorlog uitbrak waren alledrie nog vrijgezel. Sjaak trouwde in 1941 met een niet-Joodse vrouw, met wie hij een jaar later een dochtertje kreeg. Hij woonde een tijd lang bij zijn schoonouders in; Louis en Frits bleven thuis wonen.

Op 15 december 1941 trok Gudula Rozette Hartog uit Dordrecht bij de familie Hertz in, waarschijnlijk om er als huishoudster te werken. Ze had de jaren ervoor op allerlei adressen in Amsterdam en Rotterdam gewoond. Louis en Gudula besloten echter te trouwen, en hun verloving zal de reden zijn geweest dat Gudula tijdelijk het huis weer verliet en op 23 februari 1942 op Limbrichterstraat 38 ging wonen. Het wettige huwelijk werd gesloten op 5 augustus 1942, maar van echte feestvreugde zal nauwelijks sprake zijn geweest. Drie dagen eerder was immers Louis’ broer Frits ’s nachts uit zijn bed gehaald en afgevoerd. Hij had zich vlak na de Duitse inval tot het katholieke geloof bekeerd, en uitgerekend de katholiek geworden joden werden in Limburg als eersten opgepakt, als wraak tegen de bisschoppelijke veroordeling van de jodenvervolging. Op 7 augustus werd Frits naar Auschwitz gedeporteerd en daar vermoord. Waarschijnlijk bleef de familie in het ongewisse over zijn lot.

Het is aannemelijk dat Louis en Gudula eind augustus zoals vele Sittardse joden een oproep kregen om zich te melden voor tewerkstelling in Duitsland, maar dan hebben ze er met een smoes onderuit weten te komen. Dat gaf weinig respijt, want ze werden opgepakt bij de razzia in november 1942. Gudula’s ouders waren al een maand eerder, op 15 oktober 1942 in Auschwitz vermoord. Gudula en Louis verbleven een half jaar in Westerbork, waarna ze in Sobibor werden vergast, een maand later gevolgd door Louis’ ouders.

Ook broer Sjaak werd ondanks zijn gemengde huwelijk opgepakt en gedeporteerd, evenals Gudula’s broers, een zus en de schoonfamilie. Twee zussen van Gudula en hun gezinnen overleefden de oorlog, en het dochtertje van haar andere zus, die in een christelijk pleeggezin was ondergebracht. Van de familie Hertz bleven alleen de weduwe en dochter van Jacob over.

Link

Digitaal Monument

Literatuur

-

Motief vervolging

joodse afkomst