Naam | Julia Sassen-Cahn |
|
Geboren | 1 februari 1865 te Rheydt (D) | |
Gedeporteerd | 9 april 1943 naar Vught, via Westerbork op 11 mei 1943 naar Sobibor | |
Vermoord | 14 mei 1943 te Sobibor | |
Adres | Molenweg 18 (nu 56), Ophoven-Sittard | |
Familie | dochter van wijlen Joseph Cahn en Sara Gottschalk; zus van Sibilla Beretz-Cahn; echtgenote van Joseph Sassen; moeder van Johanna Sassen | |
Achtergrond | Julia was een dochter van de handelslieden Joseph Cahn uit Schelsen-Rheydt en Sara Gottschalk (1834-1905). Ze werd geboren in Schrievers, een gehucht bij Rheydt (tegenwoordig gemeente Mönchengladbach). Julia had tenminste één oudere zus, Sibilla Beretz-Cahn, die met haar man en drie kinderen in Den Haag woonde. Julia trouwde In 1899 te Sittard met Joseph Sassen, waarna het echtpaar zich in Duitsland vestigde. Voor zover bekend hadden zij één kind: dochter Johanna, geboren in 1902 te Keulen. Johanna trouwde met Wilhelm Josef Bihn (1902-1928) uit Liedberg, met wie ze twee kinderen kreeg: in 1925 Joseph en in 1926 Gerta, beiden in Rheydt geboren. Na het overlijden van haar man hertrouwde ze met Max Zobel (1906-1942), een slager uit Bruss-Konitz in het huidige Polen, waaruit in 1935 te Rheydt nog een zoon Helmut werd geboren. Joseph en Julia ontvluchtten Duitsland in maart 1939. Vanuit Rheydt kwamen ze toen in Ophoven wonen op Molenweg 18. Hun kleinzoon Joseph Bihn trok in februari 1941 bij hen in, komende uit Den Haag. Kleindochter Gerta Bihn vestigde zich in april 1942 vanuit Den Haag op de Landweringstraat bij de familie Wolff (Herman Wolff was een neef van Joseph Sassen). Hun moeder Johanna was in december 1941 vanuit Düsseldorf gedeporteerd naar Riga, samen met zoontje Helmut Zobel. Haar tweede man Max Zobel kwam in april 1942 om in Groß-Rosen. Johanna en Helmut Zobel werden in 1942/1943 vermoord in Riga of later in één van de vele concentratiekampen in het oosten. Joseph en Julia Sassen werden in april 1943 via Vught en Westerbork naar vernietigingskamp Sobibor gedeporteerd. Joseph Bihn werd in augustus 1942 opgeroepen voor de ‘werkverschaffing in Duitsland’, en zijn zus Gerta werd bij de razzia in november 1942 opgepakt en naar Westerbork gebracht. Waarschijnlijk doordat hun vader van niet-joodse afkomst was, overleefden zij uiteindelijk de oorlog. Beiden trouwden in de jaren '50 met een Laumen (broer en zus). Gerta kreeg vijf kinderen en overleed in 1989. | |
Link | ||
Literatuur | - | |
Motief vervolging | joodse afkomst
|