Naam | Jozef Claessens | Rechts Zef Claessens en links zijn zus Ellie op een personeelsfoto bij Wolf & Hertzdahl in Sittard, 1935 of eerder (bron: jubileumboekje Wolf & Hertzdahl) Jozef en Cilly bij hun huwelijk in 1935; naast de bruidegom Silvain Wolf, naast de bruid zittend Leo Claessens (bron: 'Zij konden en wilden het niet geloven'). Stolperstein, geplaatst 27 juni 2015. |
Geboren | 22 maart 1907 te Obbicht | |
Gedeporteerd | 25 augustus 1942 naar Westerbork, 28 augustus 1942 naar Kosel | |
Vermoord | 30 november 1943 in Midden-Europa (fictieve datum) | |
Adres | Steenweg 67 b (nu 71), Sittard | |
Familie | zoon van Leo Claessens en van wijlen Sara Hirsch; broer van Albert Claessens en van Ellie Harmsen-Claessens; echtgenoot van Cilly Hirsch | |
Achtergrond | Vader Leo stamde uit de Beekse familie Claessens en de Grevenbichtse familie Croonenberg, die al sinds de 18de eeuw in Limburg woonden. De ouders van Leo hadden zich in 1861 te Obbicht gevestigd. Leo's broer was verhuisd naar Urmond en zijn zusters naar Maastricht; Leo’s gezin was het laatste joodse gezin in het verder katholieke Obbicht. Leo was koopman en slager, en had eind 19de eeuw de harmonie in Obbicht mee opgericht. Sara, Leo’s tweede vrouw en moeder van de drie kinderen, was afkomstig uit het Duitse Hülchrath bij Düsseldorf; zij overleed in 1925. Jozef (Zef) was een uitstekende leerling op de lagere school in Obbicht, en volgde zelfs de catechismusles. Daarna deed hij de Mulo in de Baandert, terwijl hij van zijn vader koosjer slachten leerde. Na een opleiding tot verkoper in Duitsland werd hij aangenomen bij Wolf & Hertzdahl, eerst als etaleur en later winkelbediende. Zef was een charmante man die veel vrouwen achter zich aan kreeg, maar hij werd verliefd op zijn eigen nicht, Cilly Hirsch uit Hülchrath, met wie hij op 21 juni 1935 trouwde. Na de bruiloft trok het jonge echtpaar in op Steenweg 67b te Sittard. Daar woonden al Zefs neef Alfred Claessen en zijn collega en vriend Silvain Wolf. Alfred trouwde in 1937 met de katholieke Elisabeth Wijnen, een huwelijk dat hem later tijdelijk voor deportatie zou behoeden. Toen de oproep kwam om zich op 25 augustus 1942 te melden voor ‘werk in Duitsland’, wilden Zef en Cilly nog onderduiken. Vrienden uit Obbicht hadden een schuilplaats geregeld op het schip van Kees Zwaans, maar het lukte niet meer om het echtpaar uit Sittard weg te krijgen. Zef en Cilly werden samen met Silvain Wolf en vele anderen (waaronder ook Zefs broer Albert en diens vrouw Ida uit Geleen), via Maastricht naar Westerbork gebracht, en van daaruit op 28 augustus weggevoerd richting Auschwitz. Cilly en Ida werden direct na aankomst in Auschwitz vergast, nog geen week na hun vertrek uit Limburg. Zef en Albert Claessens en Silvain Wolf behoorden tot de mannen die de trein moesten verlaten bij het werkkamp Kosel, zo’n 80 kilometer voor Auschwitz. Deze mannen werden vanuit Kosel in verscheidene kampen te werk gesteld. Van hun lotgevallen is weinig bekend; alleen de aantekening 'overleden in Midden-Europa' getuigt van hun droevig lot. Vader Leo, zus Ellie en neef Alfred doken onder en overleefden de oorlog. | |
Link | ||
Literatuur | De Joodse familie Claessens te Obbicht (Jaarboek 5 HV Bicht, 2007) Zij konden en wilden het niet geloven (Kruimels langs de Maas 14, 1982) | |
Motief vervolging | joodse afkomst
|