Naam | Josef Rubens | Van Josef zijn nog geen foto's bekend. Dit is een jeugdfoto van zijn gelijknamige oom Josef Rubens (geb. 1898) en zijn vader Alfred Rubens (geb. 1900). (Bron: Hubert Rütten) Brief van Philip Wolf aan het Kindercomité in Amsterdam (vertaald); hij vergist zich in het jaar dat zijn zwager overleed (bron: Raphael Gross, Michael Lenarz, Ben Barkow, "Novemberpogrom 1938. Die Augenzeugenberichte der Wiener Library", Suhrkamp-verlag 2008; met dank aan Hubert Rütten)
Overlevende Alex Salm diende een verklaring in over het lot van Rubens moeder, die een vriendin van zijn moeder was geweest (bron: Yad Vashem) |
Geboren | 22 oktober 1929 te Gerderhahn (D) | |
Gedeporteerd | 9 april 1943 naar Vught, begin juni met kindertransport naar Westerbork en 8 juni 1943 naar Sobibor | |
Vermoord | 11 juni 1943 te Sobibor | |
Adres | Provinciale Weg 106 a (nu Molenstraat 1), Limbricht | |
Familie | zoon van wijlen Alfred Rubens en van Friederike Wolf; neefje van Philip Wolf en Carola Schwarzschild en hun dochtertje Rudi Rosa Wolf | |
Achtergrond | Josef was de oudste van vier kinderen van veehandelaar Alfred Rubens en Friederike ("Ricce") Rubens-Wolf. Na hem kwamen Henriette (1931), Hermann (1933) en Edith (1935), allen te Gerderhahn bij Erkelenz geboren. Na het overlijden in 1932 van zijn grootmoeder, de weduwe Rosa Wolf-Gordon, bleven Josef en Henriette met hun ouders en oom Philip Wolf achter in het ouderlijk huis te Gerderhahn. Een jaar later werd Hermann geboren, en Ricce was zwanger van Edith toen Alfred Rubens in juni 1934 zwaar mishandeld werd door een nazi uit een buurdorp. Hij overleed twee maanden later aan een verwonding aan zijn nieren die hij daarbij had opgelopen. Zijn weduwe leefde van textielhandel (wit- en wolwaren). Oom Philip, die handelde in oud ijzer en vodden, werd nauw in de gaten gehouden door de Duitse politie. Hij vluchtte uiteindelijk in maart 1938 naar Limbricht, waar hij zich met zijn vrouw Carola vestigde op Provinciale Weg 106a (tegenwoordig Molenstraat 1). Josef Rubens ging twee jaar naar de lagere school in Limbricht, waar hij Joep werd genoemd. Toen dat in september 1941 verboden werd, zal hij naar het geïmproviseerde joodse schooltje in Sittard zijn gegaan. In april 1943 moesten alle resterende joden uit Limburg naar kamp Vught worden overgebracht. Philip Wolf dook toen onder met zijn vrouw en dochtertje. Josef, inmiddels 13 jaar, en de grootmoeder werden samen met de familie Lichtenstein-Kaufmann uit Einighausen naar Vught weggevoerd op 9 april 1943. Op 14 of 15 april werden ook de drie onderduikers opgepakt. Josef Rubens werd begin juni 1943 uit Vught met het kindertransport naar Westerbork en aansluitend naar Sobibor gedeporteerd. Met hem reisden onder meer Else Lichtenstein-Kaufmann met dochtertje Helja uit Einighausen en de Sittardenaren Pauline Horn-Windmüller met zoon Leo, Estella Zondervan-Hertz met dochter Hermine en het oudere echtpaar Koopman-Mok. Allen werden bij aankomst vergast. De in Gerderhahn achtergebleven moeder van Josef was in augustus 1940 tot acht maanden gevangenis veroordeeld, omdat ze voor een andere jodin een valse pas had proberen te regelen. Nadien kwam Ricce met dochtertje Edith in het "Judenhaus" (een klein getto) te Hetzerath, vanwaar zij op 22 maart 1942 werden gedeporteerd naar Izbica, het joodse getto in Lublin, Polen. Daar zijn beiden omgekomen. De oudere broertjes en zusje van Edith (inclusief Josef) zijn op Yad Vashem vermeld als verblijvende in Sittard tijdens de oorlog en in Auschwitz vermoord. Het lot van Henriette en Hermann Rubens is nog steeds onbekend. | |
Link | ||
Literatuur | Beelden uit Limbricht, deel 1, pag. 52-53; Lebensspuren-Spurensuche: jüdisches Leben im ehemaligen Landkreis Erkelenz, pag. 268-271 | |
Motief vervolging | joodse afkomst
|
Een onderzoeker berichtte in 1997 aan Yad Vashem dat de weduwe Friderike Rubens-Wolf en dochter Edith zijn vermoord in Izbica, het joodse getto in Lublin, Polen. Hierheen waren zij op 22 maart 1942 gedeporteerd.
De oudere broertjes en zusje van Edith (inclusief Josef) zijn op Yad Vashem vermeld als verblijvende in Sittard tijdens de oorlog en in Auschwitz vermoord. Het lot van Henriette en Hermann Rubens is nog steeds onbekend. Josef werd in mei 1939 .