Jeanette Meyer-Cahn

Naam

Jeanette Meyer-Cahn

adresHet vroegere pand Graaf Huynlaan 5 van de familie Kohlen, in 1980 vervangen door nieuwbouw (bron: bouwdossier 5814 Archief Geleen)

OberwinterHet huis van de familie Meyer-Cahn in Oberwinter; of de mensen ervoor van de familie Meyer zijn...? (bron: Ute Metternich)

MathildeTrouwfoto van dochter Mathilde met Isidor Nathan in 1931; helaas is niet bekend wie wie is (bron: Ute Metternich).

BrunoBruno Nathan, 1932-1942 (bron: Ute Metternich).

Geboren

18 december 1859 te Leutesdorf (D)

Gedeporteerd

9 april 1943 naar Vught, vandaar op 8 mei naar Westerbork

Vermoord

10 mei 1943 te Westerbork

Adres

Graaf Huynlaan 5, Geleen (gesloopt)

Familie

dochter van Wolff Cahn en Jetta Meyer; echtgenote van Daniel Meyer; moeder van Walter, Rosa, Mathilde, Leo en Max Meyer; grootmoeder van Erich Meyer en Bruno Nathan

Achtergrond

Jeanette (Jetta) werd geboren in Leutesdorf aan de Rijn (even boven Koblenz). Ze trouwde in augustus 1888 met Daniel Meyer, geboren 1 november 1861 te Remagen (20 km stroomafwaards). Daniel en Jetta waren beiden kinderen van slagers, en dat was ook Daniels vak. Ze hadden een slagerij in Oberwinter, een dorp aan de Rijn even boven Remagen. Het echtpaar kreeg daar zes kinderen, waarvan eentje jong is gestorven.

In 1910 verkochten ze de slagerij en verhuisden naar Keulen. De oudste zoon Walter trouwde in 1913 maar hij sneuvelde in 1914 bij Verdun, een vrouw en een zoontje achterlatend. De twee dochters trouwden in 1926 en 1931. Eind jaren '30 konden zoon Leo en kleinzoon Erich (de zoon van Walter) naar Zuid-Amerika emigreren.

Max, de jongste zoon van Daniel en Jeanette, vertrok in oktober 1937 uit Keulen naar Geleen, waar hij de manufacturenhandel (textielwinkel) van Johan Winterscheidt overnam op Rijksweg Zuid 86.

Daniel en Jetta kwamen, eveneens uit Keulen, op 17 maart 1938 in Sittard wonen op Agricolastraat 28. Ze vestigden zich per 21 juni 1939 in Geleen op Graaf Huynlaan 5, waar ze de bovenverdieping huurden bij de familie Kohlen. Zoon Max trouwde kort daarop met Berta Kaufmann, die rond deze tijd bij hem introk. Ook Berta's ouders vestigden zich nu in Geleen.

Op 24 juli 1940 deed Max Meyer aangifte van vernieling van een glasruit. Dat gebeurde die nacht bij veel joodse winkeliers in Geleen. In 1941 overleden kort na elkaar de vader van Max en de moeder van Berta. Daniel Meyer overleed te Geleen op 10 maart 1941, 79 jaar oud. Hij en twee maanden later Berta's moeder werden op de joodse begraafplaats aan de Wal in Sittard begraven. Later zou blijken dat hen zo veel leed is bespaard gebleven.

De weduwe Jeanette Meyer-Cahn bleef in de Graaf Huynlaan wonen. Zoon Max en zijn echtgenote Berta verbleven zo vaak bij haar dat een buurtgenoot later zei dat hij altijd gedacht had dat ze daar woonden. De weduwe was dan ook al over de tachtig jaar en niet meer in al te beste gezondheid, dit in tegenstelling tot Berta's vader die twintig jaar jonger was.

Op 13 november 1941 werd over de manufacturenzaak van Max een bewindvoerder aangesteld op grond van de “Verordening tot verwijdering van Joden uit het bedrijfsleven.” Enkele weken later werd de familie hun Duitse nationaliteit ontnomen op grond van weer een nieuwe nazi-verordening.

Max en Berta moesten zich op 25 augustus 1942 melden op de Markt te Geleen om elders te werk te worden gesteld. Via Maastricht werden zij samen met vele andere joden naar doorgangskamp Westerbork gebracht, en van daaruit bijna meteen op transport naar Polen gesteld.

Nadat hun kinderen waren weggevoerd bleven Jeanette Meyer-Cahn en Berta's vader Albert Kaufmann in Geleen achter. Op 8 april 1943 moesten zij en de andere overgebleven joden naar kamp Vught. Albert Kaufmann dook onder. Jeanette werd op 8 mei uit Vught naar Westerbork overgebracht. Daar stierf zij, 83 jaar oud, door ziekte en uitputting kort na aankomst, op 10 mei 1943. Ze werd op 12 mei gecremeerd. De urn met haar as is bijgezet op de joodse begraafplaats in Diemen (veld U, rij 6, graf 6). Haar lotgenoten zijn daags na haar dood, op 11 mei naar Sobibor getransporteerd en daar op 14 mei 1943 vergast.

De twee dochters van Jetta, hun echtgenoten en de weduwe van zoon Walter werden allen gedeporteerd en vermoord door de nazi's, alsook kleinzoon Bruno (van Mathilde). Van de kinderen van het echtpaar Meyer-Cahn heeft alleen zoon Leo de oorlog overleefd. Hij en zijn vrouw keerden rond 1970 terug naar Duitsland, waar Leo in het joods bejaardenhuis te Düsseldorf is overleden. Walters zoon Erich Meyer was al in 1950 met zijn vrouw terug naar Duitsland gekeerd, maar niet geheel vrijwillig. Zijn vrouw Alice had een tropische ziekte opgelopen in Colombia en moest in Duitsland behandeld worden. Erich en Alice hadden vier kinderen, de enige achterkleinkinderen van Daniel en Jetta Meyer-Cahn.

Link

Digitaal Monument

Literatuur

De vergeten joden van Geleen 1920-1950

Motief vervolging

joodse afkomst


grafsteen

Grafsteen van Daniel Meyer
op de begraafplaats te Sittard
(bron: Steinheim Institut).