Naam | Hermine Zondervan |
[ * Het is waarschijnlijk dat de foto werd gemaakt door een kermisfotograaf: van 7-9 juni was er kermis in Sittard en rond 31 augustus vond de Sint-Rosa kermis plaats.] |
Geboren | 20 januari 1931 te Sittard | |
Gedeporteerd | 9 april 1943 naar Vught, via Westerbork op 8 juni 1943 naar Sobibor | |
Vermoord | 11 juni 1943 te Sobibor | |
Adres | Brandstraat 9, Sittard | |
Familie | dochter van Benoit Zondervan en Estella Hertz; kleindochter van Regina Hertz-Isaac; nichtje van onder meer Jozef Zondervan, van Henri en Gertrude Zondervan-Schloss, en van Ivonne Ruth en Herman Benoit Zondervan | |
Achtergrond | Hermine werd geboren op de Brandstraat in Sittard, waar haar vader een zaak had als electricien en opticien. Benoit had die van zijn vader overgenomen. Hermiens grootouders overleden toen ze nog klein was, in 1932 en 1934. Nadien woonde Max Capell uit Düren, een neef van vader, een tijd bij hen in. Hermien had wel nog een oma van moeders kant, die woonde op de Stationsdwarsstraat. Hermien was enigs kind, maar had een even oud nichtje Ivonne, en een neefje Herman die een paar jaar jonger was; die woonden op de Bergstraat. Van moeders kant had ze een oudere nicht in Sittard wonen en enkele anderen in Zuid-Holland. Ze trok veel op met Roosje Silbernberg van de Engelenkampstraat, die even oud was als Hermien. In augustus 1942 werd oom Henri met zijn gezin gedeporteerd, en in november van dat jaar oom Jos Hertz, de broer van moeder. Vriendin Roosje en haar familie doken toen onder. Het joodse klasje was toen een stuk leger geworden, maar de sfeer werd steeds benauwder. Vader Benoit was in Vught achtergebleven, omdat hij vanwege zijn technische vaardigheden goed bruikbaar was bij het zogenaamde Philips Kommando, waar hij dwangarbeid moest verrichten. In maart 1944 werd ook hij alsnog naar het oosten gedeporteerd, waar hij uiteindelijk bezweek in april 1945. Roosje Silbernberg overleefde de oorlog. | |
Link | ||
Literatuur | - | |
Motief vervolging | joodse afkomst |