Erna Croonenberg

Naam

Erna Croonenberg

Peperstraat De plek in de Peperstraat waar het huis van de familie Lichtenstein en nadien Croonenberg stond. Het werd midden jaren '60 gesloopt (foto: Google Streetview).

portretArthur, Helena, Erna en Julienne Croonenberg rond 1940 (bron: fotocollectie M. Keybeck-Hamers, Grevenbicht, beeldbank Archief De Domijnen).

SittardErna, Julienne, Helena en Arthur Croonenberg met Irma en Erich Zeligman in Sittard rond 1937-1938 (bron: fotocollectie M. Keybeck-Hamers, Grevenbicht, beeldbank Archief De Domijnen).

steen

Stolperstein, geplaatst 7 oktober 2016.

Geboren

16 maart 1929 te Sittard

Gedeporteerd

25 augustus 1942 naar Westerbork, 28 augustus 1942 naar Auschwitz

Vermoord

31 augustus 1942 te Auschwitz

Adres

Peperstraat 52 (gesloopt, nu 17), Grevenbicht

Familie

dochter van Arthur Croonenberg en Helena Zeligman; kleindochter van Gustaf Croonenberg en van Julia Falkenstein; zus van Julienne Croonenberg

Achtergrond

De familie Croonenberg woonde al zeker 200 jaar in Grevenbicht. Van beroep waren ze altijd slagers en veehandelaren geweest. De familie Zeligman woonde al meerdere generaties in Meerssen, maar moeder Helena had haar halve jeugd in Sittard doorgebracht. Grootmoeder Falkenstein stamde uit Gangelt.

Erna en Julienne waren de enige joodse kinderen in Grevenbicht. Ze hadden hun grootvader Gustaf en oudoom Karel Croonenberg in huis wonen, en verder waren er geen joden in het dorp. Ze gingen dan ook op driejarige leeftijd naar de bewaarschool van de katholieke zusters in Grevenbicht en vanaf zes jaar naar de Mariaschool, en hadden vooral vriendinnetjes in het dorp. Joodse kinderen en volwassenen kwamen ze tegen in Sittard, op zaterdag in de synagoge en op zondag bij de godsdienstles van rabbijn Van Blijdestein. Ook hun grootmoeder en oom en tante Zeligman woonden in Sittard, en de verwante familie Sassen-Falkenstein.

In 1938 werd hun neefje Joseph Zeligman geboren in Sittard. Het gezin Zeligman verhuisde echter in 1939 naar Deventer. Oma Zeligman-Falkenstein woonde vanaf 1940 afwisselend bij de Croonenbergs in Grevenbicht en bij de Zeligmans in Deventer. Oudoom Karel Croonenberg overleed op 2 januari 1942.

Vanaf 1941 werd de bewegingsvrijheid van joden steeds meer beperkt: men mocht niet meer naar bioscopen, bibliotheken, zwembaden, parken of horecagelegenheden, en geen lid meer zijn van niet-joodse verenigingen; vanaf september 1941 mochten Erna en Julienne ook niet meer naar school in Grevenbicht. Te Sittard werd een geïmproviseerd joods schooltje ingericht, maar hoe vaak de meisjes uit Grevenbicht die bezocht hebben is zeer de vraag.

Eind augustus 1942 kwam de oproep voor Arthur en zijn gezin om zich te melden voor ‘tewerkstelling in Duitsland’. Ze werden op een vroege ochtend in een vrachtwagen naar Sittard gebracht, en van daar per trein samen met vele andere joodse gezinnen naar Maastricht vervoerd ter registratie en controle, de volgende dag naar Kamp Westerbork en enkele dagen later van daaruit per trein richting Auschwitz. Arthur behoorde tot de mannen die de trein moesten verlaten bij het werkkamp Kosel, zo’n 80 kilometer voor Auschwitz. Deze mannen werden vanuit Kosel in verscheidene kampen te werk gesteld.

Helena en de meisjes werden direct na aankomst in Auschwitz vergast op 30 of 31 augustus 1942, nog geen week na hun vertrek uit Grevenbicht. Opa Gustaf bleef alleen achter in het huis, totdat ook hij in april 1943 werd gedeporteerd. Niemand van de familie heeft overleefd, behalve enkele achterooms en -tantes van Arthur en een neef en nicht van Helena.

Link

Digitaal Monument

Literatuur

"Joden te Grevenbicht", door J.A. Knoors, in: Historisch Jaarboek voor het Land van Zwentibold deel 3; Museum "Den Tempel", Sittard 1982, pag. 65-79.

"… Dat er in de Gemeente Grevenbicht geen joden meer wonen", door Jean Knoors, Heemkundevereniging "Bicht", 4 mei 1995.

"Zomaar op een dag verklaarden volwassenen elkaar de oorlog. Deel 2", door Jacques Engels, in: Jaarboek Groot-Born 10, 2012, pag. 53-61.

Motief vervolging

joodse afkomst