Naam | Elisabeth Helena Kleinkramer-Cohen | ![]() De handtekeningen onder de huwelijksakte uit 1937 van het bruidspaar, de getuigen en de ouders van de bruid.
![]()
|
Geboren | 18 december 1910 te Rotterdam | |
Gedeporteerd | 25 januari 1943 opgepakt uit onderduik en naar Maastricht overgebracht; via Westerbork op 9 februari gedeporteerd naar Auschwitz | |
Vermoord | 12 februari 1943 te Auschwitz | |
Adres | Julianastraat (Mariastraat) 10, Geleen | |
Familie | dochter van Salomon en Sophia Cohen-van Straten; echtgenote van Ruben Salomon Kleinkramer; moeder van Rosy Sophia en Salomé Kleinkramer | |
Achtergrond | Elisabeth groeide op in Rotterdam en volgde een opleiding tot logopediste. Ze trouwde in 1937 met Ruben Kleinkramer uit Strijen, die toen al in Eindhoven woonde. Hij was scheikundig ingenieur en apotheker en richtte in Woensel-Eindhoven de ‘Woenselsche Apotheek’ op. Het echtpaar kreeg twee dochters: Ro in 1938 en Mettie in 1941. In maart 1941 was Rubens vader overleden. In januari 1942 moest Ruben vanwege de ‘Verordering tot Verwijdering van Joden uit het Bedrijfsleven’ de apotheek overdoen aan bewindvoerder W.J.M. Batenburg. In augustus 1942 besloten Ruben en Elisabeth om onder te duiken. Op 1 september 1942 werd hun inventaris opgemaakt door de politie en op 10 september verscheen een opsporingsbevel in het Algemeen Politieblad. Ruben en Elisabeth hadden een onderduikadres gevonden in Drunen. De twee dochtertjes waren veilig ondergebracht bij een neef die half-joods was en getrouwd met een niet-joodse vrouw. Toen de onderduikgever in Drunen steeds meer geld eiste van het echtpaar Kleinkramer, besloten Ruben en Elisabeth een nieuw onderduikadres te zoeken. Ze belandden in Geleen op Mariastraat (Julianastraat) 10, maar werden verraden en op 25 januari 1943 door de politie opgepakt en overgebracht naar Maastricht. Op 6 februari 1943 kwamen Ruben en Elisabeth in Westerbork aan en op 9 februari werden ze naar Auschwitz gedeporteerd. Elisabeth werd meteen na aankomst op 12 februari 1943 vermoord; Ruben overleed binnen enkele maanden aan de gevolgen van het kampleven. Hun twee dochters en de moeder van Ruben overleefden de oorlog. Roosje Kleinkramer-Haas overleed in 1969 op negentigjarige leeftijd. De ouders van Elisabeth waren in oktober 1942 te Auschwitz vermoord. | |
Link | ||
Literatuur | - | |
Motief vervolging | joodse afkomst ![]() De 'Woenselsche Apotheek' op de Hemelrijken in 1967 (Bron: Eindhoven in Beeld/).
|