Naam | Cilly Claessens-Hirsch |
![]() Detail van bovenstaande foto. Stolperstein, geplaatst 27 juni 2015. |
Geboren | 15 december 1907 te Hülchrath (D) | |
Gedeporteerd | 25 augustus 1942 naar Westerbork, 28 augustus 1942 naar Auschwitz | |
Vermoord | 31 augustus 1942 te Auschwitz | |
Adres | Steenweg 67 b (nu 71), Sittard | |
Familie | dochter van wijlen Emil Hirsch en van Julie Schnook; zus van Jennie en Ellie Hirsch; echtgenote van Jozef Claessens | |
Achtergrond | De familie Hirsch woonde al in de 18de eeuw in Hülchrath (niet ver van Düsseldorf). Cilly's grootouders hadden negen kinderen. De oudste dochter Sara trouwde rond 1900 met Leo Claessens uit Obbicht, en kreeg drie kinderen met hem, waarvan Jozef de middelste was. Zoon Emil trouwde met Julie Schnook en kreeg eveneens drie kinderen, waarvan Cilly de middelste was. Naar verluid viel Jozef voor zijn nicht Cilly bij een voetbalwedstrijd tussen de clubs van Obbicht en Hülchrath. Zef speelde voor de Obbichtse club Sparta en zijn vader zal het initiatief voor de vriendschappelijke wedstrijd hebben genomen, zonder dit gevolg te hebben voorzien. Zef volgde een opleiding in Duitsland en werd daarna als verkoper aangenomen bij Wolf & Hertzdahl. Zef en Cilly trouwden op 21 juni 1935. Na de bruiloft trok het jonge echtpaar in op Steenweg 67b te Sittard. Daar woonden al Zefs neef Alfred Claessen en zijn collega en vriend Silvain Wolf. Alfred trouwde in 1937 met de katholieke Elisabeth Wijnen, een huwelijk dat hem later voor deportatie zou behoeden. Toen de oproep kwam om zich op 25 augustus 1942 te melden voor ‘werk in Duitsland’, wilden Zef en Cilly nog onderduiken. Vrienden uit Obbicht hadden een schuilplaats geregeld op het schip van Kees Zwaans, maar het lukte niet meer om het echtpaar uit Sittard weg te krijgen. Zef en Cilly werden samen met Silvain Wolf en vele anderen (waaronder ook Zefs broer Albert en diens vrouw Ida uit Geleen), via Maastricht naar Westerbork gebracht, en van daaruit op 28 augustus weggevoerd richting Auschwitz. Cilly en Ida werden direct na aankomst in Auschwitz vergast, nog geen week na hun vertrek uit Limburg. Zef en Albert Claessens en Silvain Wolf behoorden tot de mannen die de trein moesten verlaten bij het werkkamp Kosel, zo’n 80 kilometer voor Auschwitz. Deze mannen werden vanuit Kosel in verscheidene kampen te werk gesteld. Van hun lotgevallen is weinig bekend; alleen de aantekening 'overleden in Midden-Europa' getuigt van hun droevig lot. | |
Link | ||
Literatuur | De Joodse familie Claessens te Obbicht (Jaarboek 5 HV Bicht, 2007) Zij konden en wilden het niet geloven (Kruimels langs de Maas 14, 1982) | |
Motief vervolging | joodse afkomst
|