Bertha Hertz-Seligmann

Naam

Bertha Hertz-Seligmann

foto

Achteraan met hoed Bertha Hertz-Seligmann, omstreeks 1930 bij een Chanoeka viering (bron: Ach Lieve Tijd Sittard-Geleen-Born)

Putstraat 90
Putstraat 90 te Sittard (bron: Google Street View)

grafsteen

Grafsteen te Neuss van Bertha's moeder (bron: Steinheim Institut)

Geboren

3 juli 1877 te Mönchengladbach (D)

Gedeporteerd

9 april 1943 naar Vught overgebracht, op 22 april naar Westerbork en op 29 juni 1943 naar Sobibor gedeporteerd

Vermoord

2 juli 1943 te Sobibor

Adres

Putstraat 90, Sittard

Familie

dochter van Jacob Seligmann uit Giesenkirchen en Johanna Walbaum uit Münster; echtgenote van Salli Hertz; moeder van Louis, Siegfried en Jacob Jacques Hertz

Achtergrond

Over de familie van Bertha zijn weinig bijzonderheden bekend. Haar vader werd 1839 in Giesenkirchen bij Mönchengladbach geboren, moeder 1849 in Münster. Broers en zusters waren: Siegfried 1878-1942, vermoord in Theresienstadt, gehuwd met Julie Bär geb. 1870, tijdens de oorlog omgekomen in Frankrijk, met drie kinderen waarvan eentje in Riga is vermoord en eentje in 1955 in Israël leefde; Mathias 1881; Dora 1884, gehuwd met Strauss en in Minsk vermoord; Rosa 1888.

Tussen 1881 en 1884 verhuisde het gezin van Mönchengladbach naar Neuss (getuige de geboorteplaatsen van de kinderen). Jacob Seligmann was veehandelaar. In 1903 werden Jacob en zijn vrouw als kooplieden vermeld in de huwelijksakte van Bertha. Zij trouwde toen te Sittard met de paardenkoopman Salli Hertz. In 1906 vertrok het jonge echtpaar samen met Salli’s vader Abraham Hertz, weduwnaar, en zijn broer Max Hertz naar Neuss, waar Bertha haar eerste kind ter wereld bracht, zoon Louis. Ze keerden terug naar Sittard zonder Max, en woonden op de Rijksweg en de Bergerweg, om zich uiteindelijk in de Putstraat te vestigen.

Te Sittard werd in 1908 dochtertje Gerta geboren, die maar vier maanden oud werd. Het duurde tot 1915 eer zoon Siegfried (Frits) ter wereld kwam, in 1919 gevolgd door de derde zoon Jacob Jacques (Sjaak). Vanaf 1916 had het gezin enige tijd dienstbodes in huis. Salli’s vader woonde bij hen in tot 1911, en vertrok toen naar Erkelenz, waar hij in 1926 overleed. Bertha’s vader overleed in 1917 te Neuss, haar moeder overleed in 1939 te Frankfurt en werd in Neuss begraven.

Salli werd in 1908 sjammes (koster) van de Sittardse synagoge. Bij zijn 25-jarig jubileum in februari 1933 werd hem veel lof toegezwaaid en kreeg hij onder meer een foto van het interieur van de synagoge cadeau. Bertha kreeg een bos bloemen. Hun drie zonen groeiden op: Louis werd winkelbediende en later verkoper van manufacturen, Frits kleermaker en Sjaak verzekeringsagent. Toen de oorlog uitbrak waren alledrie nog vrijgezel. Opmerkelijk is dat Frits op 14 mei 1940 overging op het rooms-katholieke geloof; in paniek of uit overtuiging (en wellicht bespoedigd door de Duitse inval)? Het zal voor Salli, de sjammes, een zware dobber zijn geweest, evenals het huwelijk van zoon Sjaak een jaar later. Sjaak trouwde in 1941 met een niet-joodse vrouw, de kapster Jacoba Stekelenburg uit Stadbroek. Een jaar later werd te Heerlen hun dochtertje geboren, het enige kleinkind van Salli en Bertha.

In 1941 werden Salli en Bertha vermeld als zonder beroep. Zoon Louis trouwde op 5 augustus 1942 met Gudula Rozette Hartog uit Dordrecht. Zij was acht maanden daarvoor - waarschijnlijk als huishoudster - bij de familie ingetrokken. De trouwdag moet een heel wrange dag geweest zijn, want drie dagen eerder was zoon Frits als katholieke jood opgepakt bij de Duitse represaille actie tegen de kerk. Op 7 augustus werd Frits naar Auschwitz gedeporteerd en daar vermoord. Waarschijnlijk bleef de familie in het ongewisse over zijn lot.

Louis werd bij de razzia in november 1942 opgepakt samen met zijn vrouw Gudula. Salli en Bertha werden in april 1943 naar Vught vervoerd, en bleven daarna twee maanden in Westerbork, alvorens in Sobibor vergast te worden. Ondanks zijn gemengde huwelijk werd ook zoon Sjaak opgepakt en in november 1943 naar Auschwitz gedeporteerd. Sjaaks vrouw en dochtertje overleefden als enigen de oorlog, en vertrokken in 1946 naar Amsterdam.

Link

Digitaal Monument

Literatuur

Joods Beek

Motief vervolging

joodse afkomst