Naam | Arnold Levy |
|
Geboren | 27 mei 1880 te Wuppertal-Elberfeld (D) | |
Gedeporteerd | 9 april 1943 naar Vught, vandaar op 8 mei naar Westerbork, 25 mei 1943 naar Sobibor | |
Vermoord | 28 mei 1943 te Sobibor | |
Adres | Rijksweg Zuid (nu Centrum) 9, Geleen (gesloopt) | |
Familie | zoon van Isaak Levy en Rebekka Silberberg; echtgenoot van Rosalie Harf; vader van Hans Erich Levy | |
Achtergrond | Over deze familie is nog zeer weinig bekend. Een Duitse herdenkingssite vermeldt dat de ouders van Arnold drie maanden voor zijn geboorte gescheiden waren. Arnolds zoon Hans Erich Levy week in mei 1936 uit naar Nederland en trouwde daar een maand later met zijn verloofde Irene Goldschmidt. Ze woonden in Utrecht op Makassarstraat 15bis (een vier-kamer woning). Arnold en Rosalie kwamen eind augustus 1936 vanuit Düsseldorf eveneens naar Utrecht en trokken bij hen in. Ook een broer en zus van schoondochter Irene woonden daar. Uiteindelijk verhuisden alle bewoners naar Geleen, waar de ouders van Irene zich al eerder hadden gevestigd. Hans en Irene vestigden zich in april 1937 op Rijksweg Zuid 40 in Geleen, en Arnold en Rosalie verkasten tegelijkertijd naar Paramaribostraat 70, vlakbij de Makassarstraat. Hans Erich Levy had vanaf 1 mei 1937 op de Rijksweg Zuid een winkel en handel in manufacturen, onder de handelsnaam "H. Levy". Zijn ouders kwamen in april 1938 ook in Geleen wonen en vestigden zich op Rijksweg Zuid 9. In juli 1938 kwamen Hans en Irene naast hen wonen op nr. 7; hun winkel verhuisde mee. Arnold Levy was aanvankelijk ook koopman van beroep en heeft wellicht nog geholpen in de zaak van zijn zoon. Op 28 april 1942 werd Arnold als bankwerker vermeld. Hij en caféhouder Kesselmans (van café 't Haantje op Rijksweg Zuid 25) kregen toen een procesverbaal omdat Levy in het café was geweest. Dat was sinds september 1941 door de Duitsers verboden. Zoon Hans werd in 1942 door de bezetter gedwongen zijn zaak te sluiten. Hij en Irene moesten zich op 25 augustus 1942 melden voor 'tewerkstelling in Duitsland'. Ze verbleven eerst nog een jaar in Kamp Westerbork, voor ze op 7 september 1943 op transport werden gezet naar Auschwitz. Ook daar hebben ze nog een tijdje weten te overleven. Vanwege hun hoge leeftijd waren de ouders van Hans en Irene in augustus 1942 niet opgeroepen. Begin april 1943 echter werden Arnold, Rosalie en de vader van Irene samen met de overige achterblijvers naar kamp Vught gebracht, en een maand later via Westerbork gedeporteerd naar Sobibor, waar ze bij aankomst werden vergast. Irene's moeder bleef dit lot bespaard. Zij overleed begin oktober 1943 in Maastricht, waarschijnlijk in het ziekenhuis. Er zijn nog geen verwanten van deze familie Levy gevonden. Wel hebben verwanten van Irene Goldschmidt de oorlog overleefd. | |
Link | ||
Literatuur | De vergeten joden van Geleen 1920-1950 | |
Motief vervolging | joodse afkomst |