Naam | Aaltje van Praag-Moses |
Aaltjes zus Leentje Wolff-Moses, twee maanden voor Aaltje eveneens te Sobibor vermoord (bron: Digitaal Monument). |
Geboren | 25 april 1870 te Zutphen | |
Gedeporteerd | 9 april 1943 naar Vught overgebracht, op 8 mei naar Westerbork en op 11 mei 1943 naar Sobibor gedeporteerd | |
Vermoord | 14 mei 1943 te Sobibor | |
Adres | Baandert 22e (nu 48), Sittard | |
Familie | dochter van wijlen Abraham Moses en Hentje Markus; zus van onder meer Saartje, Mietje, Rachel, Rebekka, Leentje, Joseph en Benjamin Moses; gehuwd geweest met Benjamin Gompers, echtgenote van Meijer Marcus van Praag; moeder van Heintje, Joseph en Abraham Gompers; grootmoeder van Abraham Julius en Henny Gompers | |
Achtergrond | Abraham Moses was de zoon van een militair die zich rond 1830 te Zutphen had gevestigd. Abraham werd koopman en woonde zijn hele leven in Zutphen. Hij trouwde in 1869 met Hentje Markus uit Zaltbommel en kreeg met haar tien kinderen, waarvan eentje jong stierf. In 1893 overleed de jongste dochter Julia op 8-jarige leeftijd. Abraham overleed eind 1894 en Hentje in 1920. Aaltje was de derde van de zeven dochters en de tweede die trouwde. Ze trad in mei 1894 te Antwerpen in het huwelijk met Benjamin Gompers, koopman in manufacturen. In Antwerpen werd 1895 hun zoontje Jonas geboren, die maar zes maanden oud werd. In Maastricht werd een jaar later dochter Heintje geboren, en in 1898 te Zutphen zoon Joseph. In 1900 volgde een levenloos aangegeven dochtertje. In 1904 beviel Aaltje te Heerlen van zoon Abraham. Wat van Heintje en Joseph Gompers geworden is, is ons nog niet bekend; Abraham Gompers trouwde in 1930 te Schiedam met een nicht van moeders kant (een dochter van Rebekka Buis-Moses) en kreeg met haar twee kinderen. Zijn moeder Aaltje Moses was toen weer single; haar huwelijk met Benjamin Gompers was op de klippen gelopen en in 1923 formeel ontbonden. Benjamins woon- en verblijfplaats waren onbekend. Op 27 januari 1937 hertrouwde Aaltje op 66-jarige leeftijd te Utrecht met de weduwnaar en koopman Meijer Marcus van Praag. Meijer had eveneens meerdere volwassen en gehuwde kinderen die het huis uit waren. Aaltje en Meijer woonden enkele jaren te Eindhoven, en vestigden zich in september 1937 te Sittard, op Paardestraat 19 (bij familie Vergoossen); aanvankelijk met Meijers 16-jarige kleinzoon Ernst Salomon maar die vertrok na een maand naar Den Helder. Meijer en Aaltje verhuisden (conform Meijers gewoonte) meermaals, naar de Rijksweg Zuid, de Gruizenstraat, de Engelenkampstraat en in september 1939 tenslotte naar Baandert 22e, waar ze de woning huurden bij de familie Geerlings. Meijer handelde in Sittard nog in antiquiteiten, getuige een reeks advertenties in de Limburgse kranten tussen september 1937 en april 1939. Op 2 oktober 1942 werd het gezin van Meijers oudste dochter in Den Bosch opgepakt en gedeporteerd. De andere kinderen lijken de vervolging te hebben overleefd door onder te duiken of te vluchten, sommigen wellicht dankzij een gemengd huwelijk. Meijers kleinzoon Ernst Salomon en diens broer Albert zijn echter vermoord. Zoals alle na de eerste deportaties overgebleven oudere Joden in Limburg, kregen Meijer en Aaltje in maart 1943 het bericht dat ze zich voor 9 april naar Kamp Vught moesten begeven. Vanuit Vught werden ze een maand later via Westerbork naar Sobibor gedeporteerd en bij aankomst vergast. Twee broers en twee zussen van Meijer zijn eveneens vermoord in Sobibor en Auschwitz. Van Aaltje zijn een broer en twee zussen vermoord. | |
Link | ||
Literatuur | - | |
Motief vervolging | joodse afkomst |